Met behulp van onderstaande uitspraken kunt u voor uzelf testen of u alle informatie begrepen heeft. Geef bij elke uitspraak aan of deze juist of niet juist is.

 

1. Bij een neoblaas kun je direct 's nachts doorslapen.

Juist       Niet juist
Niet correct, deze stelling is namelijk niet juist. Zeker in het begin moet je er 's nachts uit om te plassen.
Correct, deze stelling is inderdaad niet juist. Zeker in het begin moet je er 's nachts uit om te plassen.


2. Bij een stoma is katheterisatie nodig.

Juist       Niet juist
Niet correct, deze stelling is namelijk niet juist. Bij een stoma hoeft de blaas nooit met een katheter geleegd te worden.
Correct, deze stelling is inderdaad niet juist. Bij een stoma hoeft de blaas nooit met een katheter geleegd te worden.


3. Neoblaas en stoma verschillen niet in de kans op terugkeer van de kanker.

Juist       Niet juist
Correct, deze stelling is juist. De keuze neoblaas of stoma heeft geen effect op terugkeer van de kanker.
Niet correct, deze stelling is namelijk juist. De keuze neoblaas of stoma heeft geen effect op terugkeer van de kanker.


4. Een stoma vraagt meer inzet van de patiënt.

Juist       Niet juist
Niet correct, deze stelling is namelijk niet juist. De verzorging van de stoma is wat ongecompliceerder en makkelijker aan te leren dan het leven met een neoblaas.
Correct, deze stelling is inderdaad niet juist. De verzorging van de stoma is wat ongecompliceerder en makkelijker aan te leren dan het leven met een neoblaas.


5. Bij een neoblaas moet u 'op de klok' plassen.

Juist       Niet juist
Correct, deze stelling is juist. Aanvankelijk elke 2 uur plassen, daarna wat minder vaak.
Niet correct, deze stelling is namelijk juist. Aanvankelijk elke 2 uur plassen, daarna wat minder vaak.

 

Terug   Volgende